Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) voor drinkwatervraag op de lange termijn
Door bevolkingsgroei, een aantrekkende economie en een veranderend klimaat stijgt de vraag naar drinkwater in Nederland de komende jaren flink. Tegelijkertijd gebruiken we de ondergrond steeds intensiever, onder meer voor nieuwe energievormen zoals wko en geothermie. Reden om gebieden te reserveren voor de toekomstige drinkwatervoorziening: Aanvullende Strategische Voorraden.
In het kort:
- Om aan de stijgende watervraag te voldoen, zoekt Vitens samen met de provincies naar Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s).
- Deze gebieden worden gereserveerd en beschermd voor toekomstige drinkwaterplannen.
- Uitdaging is dat ASV’s niet mogen samenvallen met geothermie en wko.
- Drinkwaterbedrijf en provincies zoeken daarnaast naar maatregelen om de watervraag te beïnvloeden, zoals waterbesparing en duurzaam watergebruik.
Gebieden reserveren voor drinkwaterplannen
Als de vraag naar drinkwater doorzet, verbruiken we met z’n allen in 2040 30 procent meer water dan nu. Regionaal zijn er hierin grote verschillen tussen gebieden met krimp en extreme groei: 20 tot 85 procent. Om aan de huidige en toekomstige watervraag te voldoen, investeert Vitens in de capaciteit op bestaande locaties én nieuwe winningen.
Ook zoekt Vitens naar Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s). Dit zijn grondwatervoorraden die we in de toekomst zouden kunnen gebruiken voor drinkwaterwinning. Samen met provincies voerden de drinkwaterbedrijven de ‘Verkenning robuuste drinkwatervoorziening 2040’ uit. Op basis van deze verkenning wijzen de provincies in 2020 gebieden aan voor de ASV’s. Provincies leggen deze gebieden vast in de Omgevingsverordening en stellen er een beschermingsbeleid voor op.
Drinkwaterwinning pas na vergunningtraject
“Vanaf dat moment zijn die gebieden gereserveerd voor drinkwaterplannen”, vertelt Sylvie Meijer, Omgevingsmanager bij Vitens. “Vitens kan nog geen drinkwater winnen in deze gebieden. Daarvoor moet de drinkwatervraag dusdanig stijgen dat we meer water denken nodig te hebben dan onze bestaande capaciteit. En eerst volgt dan nog een langdurend traject, van zo’n tien jaar, waarbij het drinkwaterbedrijf bij de provincie een vergunning aanvraagt voor het winnen van water. Voor sommige provincies kan het op korte termijn al nodig zijn om dat traject te starten voor een bepaald gebied.”
Proces met alle stakeholders in Gelderland
In de provincie Gelderland loopt sinds 2017 een uitgebreid proces met alle stakeholders om ASV-gebieden aan te wijzen. Projectleider Marja Gijsen van de provincie Gelderland: “We vinden het betrekken van partijen in de regio belangrijk en namen daarom de tijd om hen te informeren en om belangen te delen. Hierbij gaat het om waterschappen, gemeenten, Vitens, natuur- en milieuorganisaties, LTO, de bodemenergiesector en het bedrijfsleven.”
Vertaalslag naar mogelijke ASV-gebieden
Na het uitvoeren van een studie naar de effecten van grondwaterwinning en drinkwaterbesparing maakt de provincie een vertaalslag naar mogelijke plekken die ze als ASV-gebied zou kunnen aanwijzen. “Dat zijn zowel grondwaterbronnen – waar we nieuwe winningen kunnen starten of bestaande winningen kunnen uitbreiden – als bronnen met oeverwater en brak water”, legt Gijsen uit.
“We bekijken ook een grootschalig infiltratieconcept op de Veluwe. Daarbij infiltreren we water en onttrekken dat weer als we het nodig hebben. Daarbij gebruiken we de bodem als een soort wateropslag. Daarmee zouden we de gehele jaarlijkse opgave voor onze provincie van 45 miljoen m3 extra vergunningscapaciteit kunnen dekken.”
Effecten milieu en maatschappij in beeld brengen
Halverwege 2020 stelt de provincie Gelderland voor de mogelijke gebieden een nieuw rapport op: het milieueffectrapport (MER), aldus Gijsen. “Daarmee brengen we de gevolgen voor het milieu en de maatschappelijke effecten in beeld. Op basis daarvan maken de Provinciale Staten een keuze. We verwachten medio 2021 gebieden aan te wijzen. Op dat moment is ook het beschermingsbeleid vastgesteld voor nieuwe, toekomstige activiteiten. Dat betekent dat sommige activiteiten in die gebieden wellicht niet meer kunnen.”
Drinkwaterwinning en geothermie niet op dezelfde plek
Een uitdaging in de zoektocht naar geschikte gebieden is dat de ondergrond óók gebruikt wordt voor de energietransitie. Bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van geothermie of voor warmte- en koudeopslag. “Dat gaat volgens Vitens niet samen met drinkwaterwinning, vanwege de risico’s op de kwaliteit van het grondwater”, zegt Meijer. “Daarom vinden we dat je ook voor ASV-gebieden moet uitgaan van functiescheiding.”
Wat Vitens betreft is er genoeg ruimte voor beide opgaven, vervolgt Meijer. “We willen er bij de aanwijzing van de gebieden ook zo veel mogelijk rekening mee houden. Als we aan de voorkant alle belangen ruimtelijk inpassen, blijven we betrouwbaar drinkwater leveren én dragen we bij aan de energietransitie.”
Naast ASV’s een adaptieve strategie
Uit de gezamenlijke verkenning rolt per regio ook een zogenoemde adaptieve strategie. Meijer: “Daarin kijken we naar de ontwikkelingen, en op basis daarvan komen we tot maatregelen die de drinkwatervoorziening ook op de lange termijn kunnen veiligstellen. Naast ASV’s kan dat bijvoorbeeld gaan om alternatieve bronnen of waterbesparing. Deze maatregelen hebben een voorkeursvolgorde. Ook verschillen ze onderling qua realiseerbaarheid, realisatietermijn en impact.” Zo geeft het inzetten op waterbesparing aan de vraagzijde minder zekerheid, legt Meijer uit. “We weten immers niet of dat ook echt leidt tot minder vraag. Maar wanneer we een nieuwe waterwinning ontwikkelen, weten we wél dat dat ruim tien jaar duurt en een bepaald aantal kubieke meters water oplevert. We hoeven niet nú al alles te beslissen voor de lange termijn. Met een toekomstbestendige strategie inclusief meerdere maatregelen kunnen we straks flexibel omgaan met veranderende omstandigheden.”